14e DSG-ontmoeting d.d. 16 juli 2025
Jeroen van Eijnsbergen is werkzaam als psycholoog NIP en management coach en is eigenaar van Psychologisch Adviesbureau Van Eijnsbergen & Partners. Hij is in 1995 gestart als psycholoog (waarbij hij zich mij met name de eerste 10 jaar heeft mogen vermaken met het geven van trainingen en workshops gericht op o.a. Persoonlijke & Professionele Effectiviteit, Teameffectiviteit en organisatieadviestrajecten (o.a. bij fusies). In de jaren daarna verschoof zijn interesse stapsgewijs naar de klinische-arbeids- & organisatiepsychologie.
Tijdens deze 14e ontmoeting bood Jeroen ons een lens aan die je als DSG-leider kan helpen in het kijken naar gezond en duurzaam functioneren van jezelf en je collega’s. Waarbij vraagstukken aan de orde kwamen als: Wat hebben we in de afgelopen jaren aan ontwikkelingen gezien van invloed op mens en organisatie? Wat heeft de focus op talentmanagement te maken met belastbaarheid en duurzame inzetbaarheid? Waar komen bijvoorbeeld nou al die “burn-outs” vandaan? Wat zie je gebeuren om je heen? Zetten we elkaar in onze kracht? En hoe zorgen we voor gezonde inzetbaarheid tot ons 80ste?
Onderdelen van dat wat ter sprake kwam gedurende de presentatie en de Q&A
Graag neem ik jullie mee in mijn wereld. Ik heb een Psychologisch Adviesbureau dat zich heeft gespecialiseerd in belastbaarheidsonderzoeken bij medewerkers waar vaak al langer zorgen over bestaan als het gaat over gezond functioneren en mentale weerbaarheid. Vaak is er al van alles gedaan om herstel of gezond duurzaam functioneren te realiseren middels bijvoorbeeld coaching en begeleiding, maar blijkt in de praktijk dat er toch meer aan de hand is. Wij krijgen veelal de wat complexere casuïstiek. We kijken daarbij liever niet te veel naar de klachten en de symptomen, maar liever naar de onderliggende meer dynamische kenmerken in de mens en vergeten daarbij niet mee te nemen de kenmerken en ontwikkelingen die verbonden zijn aan het (werk)krachtenveld. Die laatste heeft eigenschappen in zich die op ons allemaal inwerken, gezonde en ontregelende ingrediënten die bepalend kunnen zijn voor onze eigen optimale en duurzaam gezonde inzetbaarheid. Daar hebben wij als leidinggevenden en collega’s kansen en uitdagingen liggen.
De druk op ons aanpassingsvermogen neemt, zeker gezien de snelheid van de (technologische) ontwikkelingen, zeker niet af de komende jaren en ook het idee dat we steeds meer autonoom opererende “manusjes van alles” moeten zijn helpt niet mee in het juist richten op optimaal inzetbaar zijn en tot uiting komen van de talenten en competenties die we in huis hebben. “Een rechtshandig iemand vragen ook vaak met links te schrijven zal, ook al ben je prima in staat om hier vaardigheid in te ontwikkelen, altijd een zeker energielek geven”.
Waar ligt de grens wat leidinggevenden allemaal mogen vragen aan medewerkers? Ik wil jullie meenemen in de omgeving en dynamiek van de mens en wat voor impact dit alles heeft op de mens. En voorts wil ik jullie een lens aanbieden om op een schematische manier hiernaar te kijken. Ook wat je mentale belastbaarheid en weerbaarheid zou moeten zijn.
Hoe groter de “ervaren” druk hoe groter het risico dat kwetsbaarheden onze poriën uitkomen. Die kwetsbaarheden hebben we allemaal in meer of mindere mate en kunnen lange tijd niet opgemerkt of voelbaar geweest zijn, mede ook omdat we tijdens ons leven verschillende coping mechanismen en overtuigingen hebben aangeleerd die ons hebben geholpen in het overeind blijven, denk aan bijvoorbeeld doorzettingsvermogen, verantwoordelijkheidsgevoel, intellectueel compensatievermogen of zaken kunnen rationaliseren.
En ja, een werkgever heeft misschien ook wel graag juist mensen met die eigenschapen, maar ondanks deze mooie kenmerken kan er een moment komen dat het niet afdoende meer is, dat de coping stijlen niet meer leveren wat ze lange tijd wel hebben geleverd…. dan knapt er soms iets, dan lukt het opeens niet meer om wat we aan kwaliteiten in huis hebben tot uiting te laten komen.
Uit de zaal: is dit niet ook een kwestie van de juiste keuzes maken?
Tuurlijk heeft het te maken met goede keuzes maken, maar het punt is dat mensen vaak denken dat het prima gaat of niet willen zien wat er eigenlijk onderhuids aan ontregeling al groeit. Zie het als de ruiter en het paard waarbij de ruiter de (rationaliserende) cortex van ons brein is en het paard ons emotionele “animal” brain. Zodra de ruiter overbelast raakt zal deze het “wilde” paard niet meer kunnen hanteren en leidt het tot bokkesprongen…of paardensprongen. We verliezen grip en ons zenuwgestel slaat op hol.
Die keuzes zijn alleen handig bij zeer concrete momenten, maar veelal is de druk op de aanpassing een geleidelijke schaal, “de kikker in het warm wordende bad”.
Je weet het wel maar staat het niet toe, wil regie houden en blijft doorgaan (niet lullen maar poetsen)
Uit de zaal: het zenuwstelsel is afgestemd op het “oude”. Wanneer emoties disproportioneel raken blijkt dat het zenuwstelsel ontregeld is. De dingen die we dan meemaken, kunnen we dan niet meer hanteren. Dit kan zich uiten in (overdreven) boosheid, angst, verdriet, die het functioneren ook beïnvloeden en zo geraak je in een neerwaartse spiraal.
Deze uitingen zitten in verschillende lagen in de mens. Vaak zien we dat de focus bij mentale ontregeling zich richt op het behandelen van de symptomen door op vaardgheidsniveau (ga sporten, deel je tijd anders in en andere (prima en legitieme praktische adviezen) en deels ook op cognitief niveau (rationeler leren denken) om er mee om te gaan. Het onderliggende systeem verandert alleen niet vanzelf mee… Het wij of het ik, iets wat te maken heeft met de onderliggende dynamiek verdient daarin ook je aandacht (zie afbeelding).
Die laag van vaardigheid is ook de laag waar onze trucjes zitten en coping mechanismen die op een gegeven ogenblik niet meer werken….dan wordt het knokken om overeind te blijven en is die first line of defence steeds kwetsbaarder aan het worden.. We kunnen op een gegeven moment niet meer wegduwen/verdedigen en de emotionele ontregeling en stress neemt toe. Je raakt verstrikt in wat ik ook wel eens noem de loop van de “crazy 8” waarin we schommelen tussen de kleinmakende emoties van angst en verdriet (als gevolg van bijv. verlies aan ervaren regie of een je niet fijn behandeld voelen) en de grootmakende emotie boosheid. Je gaat je dan alleen nog maar sterk denken te kunnen maken door boos te reageren terwijl onderliggend verdriet, angst, teleurstelling de basis vormen.
Logisch, je ervaart je te moeten wapenen en schiet in een survivalmode, maar tegelijk zullen mensen je dus behandelen als die lastige boze persoon, terwijl je gehoord wilde worden op je verdriet, angst, teleurstelling. Het verergert dan misschien zelfs de ontregeling en de buitenwereld dringt steeds meer de binnenwereld in.
Uit de zaal verschillende voorbeelden vanuit gevangenis wezen en onderwijs (de ouders en de juf). Je kijkt steeds kritischer naar jezelf. Je wil eigenlijk gewoon door anderen gehoord worden maar gaat dan juist dat doen wat niet werkt.
Wanneer is per saldo het moment dat een mens van positief naar negatief (red. zelfbeeld) omslaat? Je geeft jezelf plussen (+en) en minnen (-en). Wat heeft invloed hierop? Zelfwaarde, opeenstapeling van negatieve ervaringen, jij vindt jezelf niet meer de moeite waard. Wij laten toe dat de buitenwereld toetsing mag doen of je wel of niet de moeite waard bent!?
Mijn filosofie is dat ik eigenlijk af wil van het begrip ‘zelfwaarde’, ook omdat het de idee geeft dat we ons een waarde kunnen toekennen. Fijn als het positief is, maar het kan ook ernstig ontregelend zijn wanneer het de negatieve kant op beweegt. Ik weiger eigenlijk dan ook mijzelf een + of een – te geven, maar kan wel mijn gedrag als zodanig duiden. Ik doe soms domme dingen, maar dom zijn is toch echt iets heel anders.
Tegelijk leven we leven in een wereld vol plussen en minnen, waarin we steeds meer zwart-wit lijken te denken en oordelend zijn over de mensen om ons heen ipv over het gedrag dat we zien. Weerbaarheid komt in mijn ogen dus ook tot uiting in de mate waarin we als mens erin slagen om meer naar onconditionele zelfacceptatie te groeien i.p.v. de focus op zelfwaarde.
Reactie uit de zaal: de mens centraal, liefde en aandacht geven. We willen verder kijken dan de symptomen van het systeem. Wat betekent dit alles voor leidinggevenden? Als leidinggevende openstellen en nieuwsgierig zijn naar de mens en wat hem/haar beweegt en dieper kijken als dit nodig is. Dan ontdek je ook dat sommige gedragingen/emoties niet zijn wat ze lijken te zijn. Wat heeft iemand beïnvloed vanuit het verleden (familieopstellingen) en hoe logisch kan het dan zijn dat daar naast hun talenten ook kwetsbaarheden uit voortkomen. Snappen en oog hebben hiervoor kan ook betekenen dat we voor elkaar voorspelbaarder worden en de verwachtingen die we naar elkaar toe hebben eerlijker zijn. Zo kun je ook meer de ander in zijn kracht zetten ten gunste van het team en de organisatie.